Hoe help je leerlingen een kortverhaal actief verwerken?

In literaire dialoog met een kortverhaal: hoe kan ik spreken over en (creatief) schrijven vanuit een kortverhaal stimuleren?

 

Kaat De Strooper vroeg zich af hoe ze leerlingen kon stimuleren om actief, (zinvol) creatief en reflecterend te werk te gaan met (literaire) teksten. Hiervoor deed ze beroep op het boek “Leerlingen en literatuur. Hoe vaardige lezers vormen?” van Elke D’hoker en paste ze volgende stappenplan toe:

 

Stap 1: lezen

Opvallend is hoe de leerlingen vóór het lezen van de tekst geen (bijkomende) informatie krijgen. Veel meer voorkomend is net dat we teksten zouden inleiden met sturende vragen en informatie waardoor het begrip van leerlingen zou verhogen en ze op die manier ook meer geïntrigeerd worden om te lezen. Nu dus niet: door de focus te verschuiven van het algemeen begrip naar de ervaring en interpretatie van de leerlingen, kan je dus mogelijks ook de leerlingen interesseren en motiveren. Het effect blijft hetzelfde: de leerlingen moeten namelijk de tekst begrijpen, maar door de leerlingen zelfstandig te laten lezen en vragen te doen formuleren bij de tekst om later met elkaar te bespreken, leg je het leerproces in handen van de leerlingen en zorg je ervoor dat ze er actiever mee aan de slag gaan.

 

Stap 2 & 3: vragen en brainstormen

Na het lezen gaan de leerlingen met elkaar in gesprek om antwoorden te kunnen vinden op hun vragen en tenslotte hun ‘cruciale vraag’ (die ze niet samen konden oplossen) door te geven om hier klassikaal over te kunnen brainstormen.

 

Stap 4: expertengroepjes

Nu de leerlingen het verhaal hebben kunnen interpreteren, verbreden ze hun kijk erop. Ze delen zich op in expertengroepjes en verdiepen zich in het verhaal aan de hand van meer informatie op te zoeken over de auteur, het genre, de stijl, of door vergelijkingen te maken tussen hun verhaal en een ander bekend verhaal. Hierna worden de groepen opnieuw samengesteld opdat er steeds één expert van iedere verdeling in de groep zit om zo iedereen de informatie mee te geven.

 

Stap 5: schrijfopdracht

Tenslotte gaan de leerlingen zelf een tekst produceren rond het kortverhaal. Hierbij werken ze in duo’s en hebben ze de keuze tussen een persoonlijke leesreflectie, een leeswijzer voor toekomstige lezers, het herschrijven van drie verhaalonderdelen in andere perspectieven en andere vormen (gedicht, liedje, filmscène,…), het verhaal vergelijken met een kunstwerk met dezelfde thematiek en de thematiek bespreken op basis van wat het met jou doet als mens. Hierna geven ze anoniem feedback op elkaars werkstukken.

 

Wat zo goed is aan deze werkwijze is dat de leerlingen voornamelijk zelfstandig ofwel van elkaar leren en er dus weinig doceren zal voorkomen, wat motiverender is voor de leerlingen. Ook hebben ze bij meerdere opdrachten de keuze tussen hoe ze die gaan aanpakken, zoals bij de expertengroepjes en de schrijfopdracht. Zo kunnen leerlingen er hun ‘eigen draai’ aan geven en persoonlijker te werk gaan.

 

Mij spreekt deze aanpak alvast sterk aan. Wat vind jij ervan? Zou jij ze ook eens willen uitproberen? Waarom wel/niet?


Joren



Link naar het artikel

Bron: De Strooper, K. (2023). In literaire dialoog met een kortverhaal. Fons, 19, 24–27.

Reacties